In dit artikel
Terugkerende Transacties tabel
In de terugkerende transactietabel kunt u alle transacties invoeren die elke maand herhaald worden. Om het herschrijven van steeds weer dezelfde teksten te voorkomen is het mogelijk transactiegroepen op te slaan in de terugkerende transactietabel. Deze groepen worden aangeduid met een code en kunnen opgehaald en ingevoerd worden in de transactietabel door de overeenkomstige code in te voeren.
De terugkerende transactietabel wordt geopend met menu Acties → Terugkerende transacties.
Als men dubbel klikt op de Doc kolom van de transactietabel geeft het programma de lijst van terugkerende transacties, gegroepeerd per code.
Als één van deze codes wordt geselecteerd:
- voert het programma de terugkerende rijen in die dezelfde code hebben
- vult het programma de ingevoerde rijen aan met de datum en andere gegevens die eerder ingevoerd zijn
- voert het programma het volgnummer in de Doc kolom in (gebaseerd op eerder ingevoerde gegevens).
Terugkerende transacties invoeren
Voor herhalende bewerkingen kunnen verwijzingscodes worden gemaakt voor het automatisch ophalen van gegevens.
- U moet de transactierijen die regelmatig opgehaald moeten worden invoeren in de terugkerende transactietabel (of deze kopiëren vanuit de transactietabel).
- Er moet een code worden toegekend aan iedere herhalende transactie.
- Voer de code die bij de terugkerende transacties groep hoort in de Doc kolom in.
Rijen met dezelfde groep code worden samen opgehaald (transactie in meerdere rijen).
Oplopende nummering van documenten, "docnum"
Als u, tijdens het ophalen van terugkerende transacties, een Doc nummer wilt anders dan het automatische, moet u boven de terugkerende transacties een rij aanmaken met de code "docnum" in de Doc kolom en de tekst die u wenst in de Beschrijving kolom. Voor de volgende rijen wordt de tekst, gespecificeerd in de Beschrijving kolom, toegepast in de Doc kolom bij het ophalen van de transacties.
- "0" als geen automatische nummering gewenst is
- "1" oplopende nummering
- "kas-1" oplopende nummering met het voorvoegsel "kas-" (kas-2, kas-3)
Het programma vervangt het nummer aan het eind van de tekst door het oplopende nummer. - Als u wilt dat het programma maar één rij per code voorstelt moet de beschrijving voorafgegaan worden door:
- Een "*": laat alleen deze rij zien en niet de andere met dezelfde code.
- Een "**" laat alleen deze rij zien maar haalt deze niet op (alleen titel rij).
- Een "\*" laat de gebruiker de beschrijving starten met een ster zonder dat dit wordt geïnterpreteerd als een commando.
De terugkerende transactietabel heeft niet de mogelijkheid uw eigen weergaven op te slaan maar gebruikt de weergaven en kolominstellingen van de transactietabel.
De Terugkerende transacties naar de Transactietabel ophalen
- Voer de datum en de informatie van de andere kolommen in die niet gewijzigd moeten worden
- Kies in de Doc kolom een van de codes die gedefinieerd zijn in de terugkerende transactietabel en druk op Enter.
- Het programma voert de transacties met dezelfde code in waarbij het de gegevens kolom en andere reeds ingevoerde waardes herhaalt.
- In de Doc kolom wordt een oplopend nummer ingevoerd of niets zoals gespecificeerd in het docnum.
- Of geef de code op in de Doc kolom en druk op F6.
Transactie rijen kopiëren in de terugkerende transactietabel
Om rijen vanuit de Transacties tabel te kopiëren in de terugkerende transactietabel:
- Selecteer in de Transacties tabel de rijen die gekopieerd moeten worden;
- menu Bewerken → Rijen kopiëren.
- Ga in de Terugkerende transacties tabel staan;
- menu Bewerken → Gekopieerde rijen invoegen
Kolommen en weergaven formatteren
De Terugkerende transacties tabel gebruikt hetzelfde formaat en weergave als de transactietabel.
Het is niet mogelijk om een aparte formattering voor de Terugkerende transacties tabel te hebben.
Het is wel mogelijk om een nieuwe weergave aan te maken en een nieuw formaat in te stellen voor de kolommen van de Transactietabel en deze te gebruiken in de Terugkerende transacties tabel.