Presentatie van de werking van de boekhoudsoftware

Banana Boekhouding is op spreadsheets geïnspireerde boekhoudsoftware. Het toont zich aan de gebruiker via tabellen die verwijzen naar het grootboek en het journaal. Het leent zich uitstekend voor een demonstratie van de werking van boekhoudsoftware.
Net als bij de auto wordt de overstap naar andere software gemakkelijker als je eenmaal hebt geleerd hoe de een bepaald soort programma werkt.

De gegevensstructuur is meteen duidelijk en geeft de structuur van de boekhouding helemaal weer. Boekingen worden gedaan in de Transactiestabel. De Rekeningentabel geeft de rekeningen weer en de organisatie van de balans en de resultatenrekening. Het programma geeft ook het saldo naast iedere rekening en groep weer, zodat u de situatie van de rekeningen van de jaarrekening, van de resultatenrekening en van het bedrijfsresultaat in de rekeningentabel kunt beoordelen.

Bij de introductie van boekhoudcursussen kan de docent schermen laten zien van de Rekeningentabel en de Transactiestabel en zo de werking van het boekhoudprogramma in het echt tonen. U kunt laten zien hoe een rekeningschema van een echt bedrijf is opgebouwd, met groepen en subgroepen, en hoe dit is ingericht en wordt gepresenteerd.

Voorbereiding van het presentatiemateriaal

De docent installeert Banana Boekhouding op zijn computer en bereid een boekhoudbestand voor. Voegt een rekeningschema toe met wat voorbeeldboekingen dat getoond kan worden aan studenten.
Afhankelijk van het voorbereidingsniveau van de studenten wordt een rekeningschema met een eenvoudig of meer complexe structuur gekozen.
De docent kan ervoor kiezen meerdere boekhoudbestanden voor te bereiden, een met een eenvoudig rekenschema met alleen activa, passiva, lasten en baten om mee te beginnen. Ingewikkelder rekeningschema's, die BTW bevatten of vreemde valuta, kostenplaatsen of winstcentra en een financiële planning, kunnen vervolgens worden gepresenteerd.

Presentatie met behulp van programmavensters

Tijdens de les laat hij schermafbeeldingen zien van het programma, of projecteert hij het programma zoals het wordt gebruikt.

1. Open het boekhoudbestand.
2. Laat basis boekhoudgegevens zien: Bedrijfsnaam, boekhoudperiode en munteenheid.
3. Laat het Rekeningschema zien en leg uit:
   • De rekeningen, nummering en beschrijving.
   • De beginsaldi.
   • Het huidige saldo.
4. Laat de Transactiestabel zien.
   • Leg de verschillende kolommen uit, Datum, Document, Beschrijving, Debetrekening, Creditrekening en Bedrag.
   • Laat voorbeelden zien van boekingen, zowel eenvoudige (Debet en credit) of complexe over meerdere regels.
   • Let erop dat u in het infowindow de geboekte bedragen op iedere rekening kunt zien.
5. Ga terug naar de rekeningentabel:
   • Toon de groepering van activa, passiva, kosten en opbrengsten en het resultaat van het jaar.
   • Leg uit dat boekhoudprogramma's negatieve bedragen in credit opslaan. De formule Debet = Credit, wordt Debet + (-Credit) = 0 in boekhoudprogramma's.
6. Laat de rekeningkaarten zien.
   • De verschillende kolommen.
   • Het cumulatieve saldo.
7. Presenteer de Balans en de Winst en Verlies rekening zien (Uitgebreide jaarrekening).

Door deze eenvoudige presentatie krijgt de student een idee hoe een boekhoudprogramma werkt en kan hij de reële jaarrekening en de resultatenrekening bekijken. Hij zal de overgang zien van het opstellen van het Rekeningschema, naar het invoegen van de Transacties en de presentatie van de resultaten.