Transacties
Met Banana Boekhouding Plus vermijdt u fouten
Om de controles te vergemakkelijken en onmiddellijk de verschillen te vinden, is in de nieuwe versie Banana Boekhouding Plus, in de Transacties-tabel, een Saldo kolom toegevoegd, waar u eventuele verschillen op elke rij kunt zien en onmiddellijk kunt corrigeren. Dit is een zeer nuttige functie voor de afsluiting van het boekjaar.
Veel van onze klanten hebben het al geprobeerd en zijn er enthousiast over. Wij raden u aan onmiddellijk over te stappen op Banana Boekhouding Plus en te profiteren van de vele nieuwe functies.
Transacties invoeren
Transacties moeten ingevoerd worden in the Transacties tabel.
De kolommen van de Transacties tabel
De kolommen die hieronder weergegeven worden met * ervoor zijn doorgaans niet zichtbaar.
Gebruik het Kolommen instellen commando van het menu Gegevens om deze zichtbaar te maken.
De namen boven de alineas hieronder geven de koptekst van de kolom weer en waar nodig tussen haakjes de beschrijving, die bij het bewegen van de muis over de kolomkoptekst verschijnt, erachter.
Datum
De datum die het programma gebruikt om de transactie in een bepaalde tijd te plaatsen. De datum moet binnen de limieten van de boekhoudperiode liggen die gedefinieerd zijn in het Tabblad Boekhouding (van Bestands- en boekhoudeigenschappen). In het Opties tabblad van hetzelfde venster kan men aangeven of de transactiedatum verplicht is. Als dit niet het geval is kan dit veld leeg gelaten worden.
Als er geblokkeerde transacties zijn geeft het programma een foutmelding als een datum wordt ingevoerd die gelijk aan of eerder is dan de datum van de blokkering.
*Doc.Datum (Documentdatum)
De datum van het document kan hier ingevoerd worden, bijvoorbeeld de datum van het sturen van de factuur.
*Datumwaarde
De valutadatum van de banktransactie kan hier worden aangegeven. Deze datum wordt geïmporteerd van een electronisch bankafscrift.
Doc (Documentnummer)
Het nummer van het boekstuk dat dient als basis voor de boekhoudkundige transactie. Het wordt geadviseerd om bij het invoeren van de transactie een oplopend nummer aan te geven op het document zodat het boekstuk makkelijk kan worden teruggevonden vanuit de transactie.
De functie voor automatisch aanvullen stelt oplopende waardes voor maar ook de transactie codes die eerder zijn gedefinieerd in de Terugkerende transacties tabel.
Het programma stelt het volgende document nummer voor waarmee kan worden doorgegaan door op F6 te drukken.
-
In het geval van nummerieke documentnummers verhoogt het programma eenvoudigweg de hoogtste waarde die het vindt in de Doc kolom.
-
In het geval van nummerieke documentnummers verhoogt het programma het laatste nummerieke deel; dit is nuttig als men een aparte nummering aan wilt houden voor kontante en bank mutaties.
Als eerder Documentnummer C-01 is ingevoerd en men begint een C in te typen dan stelt het programma C-02 voor.
Als eerder Documentnummer B-104 is ingevoerd en men begint een B in te typen dan stelt het programma B-105 voor.
Als eerder Documentnummer D10-04 is ingevoerd en men begint een D in te typen dan stelt het programma D10-05 voor.
Bij Terugkerende transacties kunt u groepen transacties opzetten die met een enkele code ingevoerd kunnen worden.
Om een groot aantal documentnummers toe te voegen kunt u ook Excel gebruiken. U kunt in Excel de gewenste hoeveelheid documentnummers aanmaken en dan kopiëren en plakken in Banana in de Doc kolom van de Transacties tabel.
*Doc.Prot. (Protocolnummer)
Een extra kolom voor het geval dat er een alternatieve nummering voor de transacties of voor het document nodig is.
De functie voor automatisch aanvullen stelt oplopende waardes voor die op dezelfde manier werken als in de Doc kolom.
*Type (Type document)
Bevat een code die het programma gebruikt om een transactie type te identificeren. Als u liever uw eigen codes gebruikt is het aan te raden een nieuwe kolom toe te voegen.
- 01 voor in rapporten: deze transactie wordt beschouwd als een begin transactie, dus deze wordt niet getoond in balansen per periode maar wel in de openingsbalans.
- van 10 tot 19: codes voor facturen aan klanten
- van 20 tot 29: codes voor facturen van leveranciers
- van 30 tot 1000: codes gereserveerd voor toekomstig gebruik.
*Factuur (Factuurnummer)
Een nummer van een verstuurde of betaalde factuur dat wordt gebruikt bij de facturen controle functie voor klanten/leveranciers
*Doc.Origineel (Origineel documentnummer)
Het referentie nummer dat op een document staat bijvoorbeeld het nummer van een credit nota.
*Koppeling (Koppeling extern bestand)
Dient om een koppeling naar een extern bestand in te voeren, doorgaans een boekstuk.
Door op de symbooltjes aan de bovenkant van de cel te klikken opent het programma het document (linkersymboottje) of geeft het de mogelijkheid een koppeling in te voeren (rechtersymbooltje). Zie ook de pagina Koppeling naar een document.
*Ext.Verwijzing (Externe verwijzing)
Een referentienummer toegewezen door een programma dat deze bewerking uitvoerde. Deze waarde kan gebruikt worden om te controleren of een gegeven taak dubbel is uitgevoerd.
Beschrijving
De tekst van de transactie.
De auto-aanvullen functie stelt de tekst van een eerder ingevoerde transactie voor, of van één die ingevoerd is in het voorafgaande jaar, als de betreffende optie (Smart fill met transacties van vorig jaar) is geactiveerd. Door op de F6 toets te drukken haalt het programma de gegevens van de voorafgaande rij met dezelfde beschrijving op en vult daarmee de kolommen van de actieve rij aan.
In het geval dat de beschrijving begint met #CheckBalance wordt de transactie beschouwd als één die dient om het saldo te controleren. Zie de pagina Boekhouding controleren voor meer informatie over dit onderwerp.
*Opmerkingen (Annotaties)
In dit veld kunnen opmerkingen toegevoegd worden aan de transactie.
Deb.Rek. (Debetrekening)
De debetrekening waarop geboekt wordt.
Het is mogelijk een segment in de Debet rekening kolom in te voeren. Deze worden doorgaans gescheiden door een "." of een "-".
Als men in de rekeningenlijst de toets met het segmentscheidingssymbooel aanslaat gaat men meteen naar het volgende segment.
Als men daarentegen de Enter toets aanslaat wordt de invoer beeindigd en gaat men naar de volgende kolom.
De autoaanvullen functie geeft suggesties voor rekeningen en segmenten. Men kan ook een zoektekst invoeren en dan toont het programma alle rekenigen met deze tekst in één van de kolommen.
*Beschr. Debetrek. (Beschrijving Debetrekening)
De beschrijving van de ingevoerde rekening zoals die voorkomt in het Rekeningschema.
Cred.Rek. (Creditrekening)
De creditrekenig waarop geboekt wordt. We verwijzen voor de rest van de informatie naar de uitleg onder de Debetrekening.
*Beschr. Credittrek. (Beschrijving Creditrekening)
De beschrijving van de ingevoerde rekening zoals die voorkomt in het Rekeningschema.
Bedrag
Het bedrag dat ingevoerd wordt in de debet- of creditrekening.
BTW kolommen
Informatie over de BTW kolommen kan gevonden worden in de pagina Transacties onder BTW Beheer.
KP1 (Kostenplaats 1)
De Kostenplaatsrekening voorafgegaan door een ".".
*KP1-beschrijving (Beschrijving van kostenplaats 1)
De beschrijving van de Kostenplaats zoals die in het Rekeningschema voorkomt.
KP2 (Kostenplaats 2)
De Kostenplaatsrekening voorafgegaan door een ",".
*KP2-beschrijving (Beschrijving van kostenplaats 2)
De beschrijving van de Kostenplaats zoals die in het Rekeningschema voorkomt.
KP3 (Kostenplaats 3)
De Kostenplaatsrekening voorafgegaan door een ";".
*KP3-beschrijving (Beschrijving van kostenplaats 3)
De beschrijving van de Kostenplaats zoals die in het Rekeningschema voorkomt.
*Verv. Datum (Vervaldatum)
De datum waarvoor de factuur betaald moet zijn.
*Bet. Datum (Betalingsdatum)
Wordt gebruikt in combinatie met het Vervaldatums weergeven commando.
Als men echter de controlefunctie voor de klanten/leveranciers facturen wil gebruiken om de betalingen te controleren moet men een transactie invoeren voor een gestuurde factuur en een andere voor de betaling ervan.
*Blok.Num (Nummer blokkeren), Blok.Bedr. (Bedrag blokkeren), Blok.Progr. (Progressief blokkeren), Blok.Regel (Regel blokkeren)
Meer informatie vindt u in de Transacties blokkeren pagina.
Nieuwe kolommen toevoegen
Met het Kolommen instellen commando is het mogelijk in te stellen dat kolommen worden weergegeven, verborgen gehouden of verhuisd worden, nieuwe kolommen toe te voegen of aan te geven dat een kolom niet in de afdruk meegenomen moet worden.
- De toegevoegde kolommen in de Transactietabel worden ook toegevoegd in de Terugkerende transacties tabel, in de Rekeningenkaart en in het BTW rapport zonder zichtbaar te zijn.
Om deze kolommen zichtbaar te maken gebruikt u het Kolommen instellen commando. - Als een kolom van het "bedrag" type wordt toegevoegd dan worden de ingevoerde bedragen opgeteld in de Rekeningkaart.
Weergaven
De volgende weergaven worden ook automatisch aangemaakt wanneer een nieuse boekhouding wordt geopend:
- Basis: de hoofdkolommen worden weergegeven
- Kostenplaatsen: de KP1, KP2 en KP3 kolommen worden weergegeven
- Vevatdatums: de kolommen Vervaldatum en Betalingsdatum worden weergegeven
- Blokkeren: de kolommen die te maken hebben met de Blokkeringsfunctie worden weergegeven.
Met het Weegaven instellen commando kunnen de weergaven worden aangepast en kunnen persoonlijke weergaven worden toegevoegd.
Met het Pagina instelling commando kunt u het afdrukformaat van de weergave aanpassen.
Info venster
In het informatievenster onderaan het scherm worden foutmeldingen en extra informatie over de gebruikte rekeningen en BTW codes weergegeven.
Voor de rekeningen worden het Rekeningnummer, de Beschrijving, het Bedrag van de transactie (debet of credit) en het huidige saldo van de rekening weergegeven.
Transactie-soorten
Met Banana Boekhouding Plus vermijdt u fouten
Om de controles te vergemakkelijken en onmiddellijk de verschillen te vinden, is in de nieuwe versie Banana Boekhouding Plus, in de Transacties-tabel, een Saldo kolom toegevoegd, waar u eventuele verschillen op elke rij kunt zien en onmiddellijk kunt corrigeren. Dit is een zeer nuttige functie voor de afsluiting van het boekjaar.
Veel van onze klanten hebben het al geprobeerd en zijn er enthousiast over. Wij raden u aan onmiddellijk over te stappen op Banana Boekhouding Plus en te profiteren van de vele nieuwe functies.
Eenvoudige transacties
Eenvoudige transacties hebben te maken met twee rekeningen (een Debet rekening en een Credit rekening) en worden ingevoerd in één enkele rij. Iedere transactie heeft zijn eigen document nummer.
Samengestelde transacties
Samengestelde transacties waarbij op meer dan twee rekeningen geboekt wordt moeten ingevoerd worden in meerdere rijen. De gebruiker moet één rekening per rij gebruiken. De tegenrekening voor de hele transactie moet ingevoerd worden in de eerste rij.
De documentnummers die ingevoerd worden in de diverse rijen zijn hetzelfde omdat we met één en dezelfde transactie te maken hebben.
Let op:
In samengestelde transacties moeten de data in de transacties hetzelfde zijn omdat er anders verschillen in de boekhouding ontstaan bij berekeningen per periode.
Terugkerende transacties
Terugkerende Transacties tabel
Om het herschrijven van steeds weer dezelfde teksten te voorkomen is het mogelijk transactie groepen op te slaan in de Terugkerende transacties tabel (menu Taken). Deze groepen worden aangegeduidt met een code en kunnen opgehaald en ingevoerd worden in de Transacties tabel door de overeenkomstige code in te voeren.
Als men in de Doc kolom staat stelt het programma de lijst van terugkerende transacties voor, gegroepeerd per code, als één van deze codes wordt geselecteerd:
- het programma voert de terugkerende rijen in die dezelfde code hebben
- het programma vult de ingevoerde rijen aan met de datum en andere gegevens die eerder ingevoerd zijn
- het programma voert het volgnummer in de Doc kolom in (gebaseerd op eerder ingevoerde gegevens)
Terugkerende transacties invoeren
- U moet de transactierijen die regelmatig opgehaald moeten worden invoeren in de Terugkerende transactie tabel (of deze copiëren vanuit de Transacties tabel).
- Voer de code die bij de terugkerende transacties groep hoort in de Doc kolom in.
Rijen met dezelfde groep code worden samen opgehaald (transactie in meerdere rijen).
- Oplopende nummering van documenten "docnum"
Als u, tijdens het ophalen van terugkerende transacties, een Doc nummer wilt anders dan het automatische, moet u een rij aanmaken met de code "docnum" in de Doc kolom en de tekst die u wenst en de Beschrijving kolom. Voor de volgende rijen wordt de tekst gespecificeerd in de Beschrijving kolom toegepast in de Doc kolom bij het ophalen van de transacties.- "0" als geen automatische nummering gewenst is
- "1" oplopende nummering
- "kas-1" oplopende nummering met het voorvoegsel "kas-" (kas-2, kas-3)
Het programma vervangt het nummer aan het eind van de tekst door het oplopende nummer.
- Als u wilt dat het programma maar één rij per code voorstelt moet de beschrijving voorafgegaan worden door:
- Een "*": laat alleen deze rij zien en niet de andere met dezelfde code.
- Een "**" laat alleen deze rij zien maar haalt deze niet op (alleen titel rij).
- Een "\*" laat de gebruiker de beschrijving starten met een ster zonder dat dit wordt geïnterpreteerd als een commando.
De Terugkerende transacties naar de Transactions table ophalen
- Voer de datum en de informatie van de andere kolommen in die niet gewijzigd moeten worden
- Kies in de Doc kolom een van de codes die gedefinieerd zijn in de Terugkerende Transacties tabel en druk op Enter.
- Het programma voert de transacties met dezelfde code in waarbij het de gegevens kolom en andere reeds ingevoerde waardes herhaalt.
- In de Doc kolom wordt een oplopend nummer ingevoerd of niets zoals gespecificeerd in het docnum.
- Of geef de code op in de Doc kolom en druk op F6.
Transactie rijen copiëren in de Terugkerend Transacties tabel
Om rijen vanuit de Transacties tabel te copiëren in de Terugkerende transacties tabel:
- Selecteer in de Transacties tabel de rijen die gecopieerd moeten worden;
- Menu Bewerken -> Rijen copiëren commando;
- Ga in de Terugkerende transacties tabel staan;
- Menu Bewerken -> Gekopieerde rijen invoegen commando.
Bank checks
To enter issued bank checks, the user needs to insert an Issued checks account in the Liabilities.
The check is issued at the moment of paying a supplier and later on is being debited from the Bank current account.
The Issued checks account card after the transactions.
Vervaldatums weergeven
Klanten & Leveranciers Beheer
We raden u aan om het Submenu Klanten en het Submenu Leveranciers te gebruiken om facturen die verstuurd of ontvangen zijn te beheren.
Verbind een vervaldatum aan een transactie
Als een alternatief voor klanten en leveranciers beheer, of voor een eenvoudiger controle, kunt u de betaaldatum ook invoeren in de transactie rij.
Dit is een manier van werken die vereenvoudigde controle toelaat.
Met het Kolommen Instellen commando (van het menu Gegevens) moet u de Verv. Datum en de Bet. Datum kolommen zichtbaar maken.
Daarna voert u de verval datum van de factuur in de Verv. Datum kolom in en de betaaldatum van de factuur in de Bet. Datum kolom
Verval data laten zien
Het programma laat de transactie rijen zien die een verval datum maar geen betaaldatum hebben met het commando Verval datums weergeven.
Koppeling naar een document
Digitale documenten koppelen aan uw boekhoudingstransactions
- Maak een map aan waar u al uw digitale documenten gaat opslaan. Dit kan een map zijn waarin u uw boekhoudbestand opslaat of een submap.
- Gebruik deze map om alle bestanden met documenten, facturen, bonnen, etc. op te slaan.
- Maak een koppeling van de transactie naar het bijbehorende digitale document.
- Kies van het menu Taken het Koppelingen -> Koppeling Openen commando om de inhoud van het digitale document weer te geven.
DocLink Kolom
De Koppeling kolom (Transactie tabel) maakt het mogelijk een koppeling naar een extern bestand te maken (doorgaans een scan van een bon of een factuur).
- De Koppeling kolom is doorgaans niet zichtbaar.
Om deze weer te geven gebruikt u de Kolommen instellen functie. - Zodra de Koppeling kolom zichtbaar is kunt u de bestandsnaam direct invoeren.
- De bestandsnaam is relatief t.o.v. het boekhoudbestand; als de documenten zich in een sub-folder bevinden wordt de bestandsnaam in de Koppeling kolom voorafgegaan door de mapnaam.
- Het is ook mogelijk om een web adres handmatig in de Koppeling cel in te voeren.
Om het gekoppelde document te openen: klik op het Open link commando van het menu Taken of klik op het kleine vierkant dat verschijnt in de rechterbovenhoek van de cel die de koppeling bevat.
Een koppeling naar een bestand invoeren
Er zijn twee manieren om een koppeling naar een document in te voeren:
- Ga op de rij in de Transacties tabel staan en activeer het Koppeling toevoegen commando van het menu Taken -> Koppelingen;
- Selecteer het bestand dat overeenkomt met het document dat gekoppeld moet worden en klik op de Open knop; het programma voegt de koppeling dan automatisch toe.
Het programma voert de bestandsnaam in Koppeling kolom in zelfs als deze niet zichtbaar is.
OF
- Geef de Koppeling kolom weer in de Transacties tabel. Zie Kolommen instellen.
- Klik op het kleine vierkant in de rechterbovenhoek van de cel.
- In het Openen venster dat verschijnt selecteer het bestand en druk op de Openen knop.
De koppeling aanpassen
Ga op dezelfde manier te werk als bij het invoeren van een nieuwe koppeling.
Koppeling openen
Er zijn twee manieren om een koppeling te openen:
- Ga op de rij in de Transacties tabel staan en activeer het Koppeling openen commando van het menu Taken -> Koppelingen;
- Ga op de Koppeling cel staan en klik op het icoontje om de koppeling te openen.
Uit veiligheidsoverwegingen opent het programma alleen bestanden die als veilig beschouwd worden, zie Programma Opties -> Geavanceerd van het menu Extra.
Koppeling verwijderen
Er zijn twee manieren om een koppeling te verwijderen:
- Ga op de rij in de Transacties tabel staan en activeer het Koppeling verwijderen commando van het menu Taken -> Koppelingen;
- Verwijder de inhoud van de Koppeling cel.
Transacties blokkeren
Digitale certificatie
Banana gebruikt een digitaal certificatie systeem voor de boekhoudgegevens gebruikmakend van de technologie die nu blockchain genoemd wordt. Transacties kunnen geblokkeerd worden en gemarkeerd met digitale codes die kunnen garanderen dat, zelfs na vele jaren, de boekhoudgegevens authentiek zijn. Deze codes maken het de gebruiker mogelijk de garantie te geven dat de boekhoudgegevens niet veranderd zijn.
Banana.ch was het eerste bedrijf ter wereld dat de blockchain techniek in het boekhouden gebruikte. Deze methode (US Patent No. 7,020,640) werd in 2002 ontwikkeld en gepatenteerd.
Deze methode garandeert één van de hoogste niveaus van gegevens integriteit en overeenstemming met internationale wetsvoorschriften. U kunt de volgende evaluaties van het accountantsbedrijf Ernst&Young, dat de overeenstemming met de wettelijke vereisten heeft geverifieerd, bekijken. De nieuwe versies van de Banana Boekhouding software gebruiken niet meer de MD5 methode (die genoemd wordt in de documentatie) maar de Hash SH256 methode.
- Ernst&Young, compatibility check to Swiss legislation (pdf in het Duits)
Zie ook: Verordnung über die Führung und Aufbewahrung der Geschaftsbücher, 24.04.2002 (in het Duits) - Ernst&Young, compatibility check to German legislation (pdf in het Duits)
Deze methode gebaseerd op het blockchain berekeningsysteem wordt als zo betrouwbaar beoordeeld dat het wordt gebruikt om de geldigheid van de bitcoin en alle ander moderne versleutelde munteenheden vast te stellen.
Het transacties blokkeren commando
Met het Transacties blokkeren commando van het menu Taken worden de boekhoudtransacties geblokkeerd en gemarkeerd met contolecodes waarmee jarenlang gecertificeerd kan worden dat de transacties niet veranderd zijn.
- De geldigheid van een mogelijk reeds bestaande blokkering wordt geverifieerd
- De transacties tot de blokkeringsdatum worden oplopend genummerd en geblokkeerd. Voor iedere transactie worden de digitale code van de rij en de daarop volgende berekend.
De berekening van de digitale codes wordt gedaan in de volgorde van de kolommen. - In de boekhouding wordt aangegeven dat transacties met een datum eerder dan of gelijk aan de blokkeringsdatum niet langer worden geaccepteerd.
Datum van nieuwe blokkering (inclusief)
Specificeer de datum tot wanneer de transacties worden geblokkeerd.
Wachtwoord (optioneel)
Het is mogelijk een wachtwoord in te voeren om de transacties te deblokkeren of om een nieuwe blokkering in te stellen in de toekomst.
Als het programma geen fouten vindt in de transacties binnen het blokkeringstijdvak dan blokkeert het de transacties, berekent individuele nummers en codes en kent deze toe voor iedere rij van de transacties, die bekeken kunnen worden in de Blokkeren weergave van de Transactietabel.
Laatste blokkering
De gegevens van de volgende velden worden automatishc ingevuld door het programma gebaseerd op de laatst uitgevoerde blokkering.
Blokkering geldig
Een "Ja" wordt getoond als de blokkering geldig is.
Datum blokkering
De datum van de laatst uitgevoerde blokkering wordt getoond.
Nummer blokkeren
Dit is de waarde die automatisch door het programma wordt ingevoerd in de laatste rij van de Blok.Num kolom.
Wanneer de blokkering wordt herhaald en de waarde van het laatste rij blokkeringsnummer is niet veranderd dan is blokkering geldig en zijn de gegevens niet veranderd; als echter de waarde is veranderd laat het programma de volgende codes zien:
- (-1) als de blokkering ongeldig is vanaf de eerste rij
- (-2) als er rijen zijn die hetzelfde Blokkeringsnummer hebben.
Progressieve hash
Dit is de controle code die aanwezig is in de laatste transactie.
BLokkeren Weergave
Alle digitale codes worden getoond samen met alle informatie die het programma heeft gebruikt om de digitale handtekening aan te maken.
- Blok.Num: het oplopende nummer dat de rij indentificeert
- Blok.Bedr.: het cumulatieve totaal van de transacties, overeenkomstig het totaal aan het eind van de pagina zoals vereist door sommige nationale regelgevingen
- Blok.Regel (verborgen kolom): de digitale code berekend volgens de rij waardes.
- Blok.Progr: de globale electronische handtekening.
De digitale code Blok.Progr (Progressief blokkeren)
Dit is het belangrijkste element van de certificatie; het gebruikt de blockchain methode.
De digitale code wordt berekend met de volgende waardes:
- De inhoud van de huidige boeking ten tijde van de blokkering, inclusief bedragen, beschrijving en de rekeningnaam
- Het oplopende nummer (Blok.Num)
- Het cumulatieve saldo (Blok.Bedr.)
- De progressieve code van de voorafgaande boeking (Blok.Progr).
Als de boekhoudgegevens zelfs de kleinste verandering ondergaan (bijvoorbeeld een datum of een bedrag wordt veranderd) dan is de digitale code anders. Als het contrrolenummer hetzelfde blijft betekent dit dat de gegevens origineel zijn en dus niet veranderd.
Blokkerings info
Met het Transacties -> Blokkeringsinfo tonen commando van het menu Taken verifieert het programma de geldigheid van de blokkering en toont de blokkeringsgegevens.
- Het programma herberekent de digitale controle codes en verifieert of deze overeenkomen met de codes die betrekking hebben op de transacties.
- Als de codes overeenkomen wordt de blokkering als geldig beschouwd en zijn de gegevens dus origineel
- Als deze niet overeenkomen betekent dit dat de gegevens zijn veranderd en dat dit niet de originele gegevens zijn die berekend werden ten tijde van de blokkering.
Transacties vrijgeven
Het Transacties vrijgeven commando verwijdert de blokkering en de controle codes. Als de blokkering werd ingesteld met een wachtwoord dan is het nodig het wachtwoord in te voeren om de blokkering te verwijderen.
De controlenummers zullen hetzelfde zijn als die van de eerdere blokkering. als u de transacties later weer wilt blokkeren, en ze niet veranderd zijn; de controlenummers zullen echter anders zijn als er gegevens veranderd zijn.
Gedeeltelijke blokkering
Het is zelfs mogelijk transacties gedeeltelijk te deblokkeren vanaf een specifieke datum. Als de blokkering werd ingesteld met een wachtwoord dan is het nodig het wachtwoord in te voeren om de blokkering te verwijderen.
Waarom de boekhouding deblokkeren?
In principe zou de geblokkeerde boekhouding niet moeten worden gedeblokkeerd. Het zou echter kunnen dat u fouten vindt in de boekhouding na de blokkering en dat u het nodig vindt correcties te maken.
Om de mogelijkheid te hebben door te gaan met veranderingen bewaarden gebruikers een kopie van het bestand van voor de blokkering. Als ze dan fouten vonden herstelden ze de vorige situatie. Intussen werden er misschien andere transacties gedaan waardoor het kon gebeuren dat het herstellen van de vorige versie van de boekhouding fout ging. Om deze onnodige tijdsverspilling te vermijden werd besloten het Transacties vrijgeven commando beschikbaar te stellen.
De certificatie moet niet verward worden met dataveiligheid. De certificatie van gegevens is een methode die verzekert dat de boekhoudgegevens origineel zijn. Om te voorkomen dat gegevens veranderd worden is deze methode gerelateerd aan dataveiligheid. Dataveiligheid procedures kunnen echter alleen geïmplementeerd worden in een omgeving die de toegang tot de gegevens beperkt.
Als het bestand volledig beschikbaar is voor de gebruiker, zoals wanneer het op een PC staat, heeft men volledige controle over de gegevens. Men kan dus bestanden gemakkelijk vervangen. Met certificatie kan men niet voorkomen dat gegevens veranderd worden maar het maakt het wel mogelijk dat u weet of de gegevens origineel zijn.
De persoon die de boekhouding doet is verantwoordelijk en beslist of een verandering toegestaan is.
Het organiseren van de certificatie en de gegevens verificatie
Nadat u de transacties van de periode hebt geblokkeerd moet u:
- De blokkeringsinformatie afdrukken of de laatste gecertificeerde transactierij met met zijn specifieke certificatienummer (Blok.Progr.) afdrukken.
- Deze informatie ondertekenen en opslaan in de boekhoud documentatie of op een andere veilige plaats.
Om te controleren dat de boekhoudgegevens de originele zijn moet u als volgt te werk gaan:
- Voer het Blokkeringsinfo tonen commando uit.
- Pak de documentatie erbij die het digitale controle getal laat zien
- Controleer of de rij in het Blok.Num nog steeds hetzelfde digitale controlegetal heeft
- Als het getal overeenkomt zijn de boekhoudgegevens hetzelfde als de gecertificeerde
- Als het getal niet overeenkomt betekent het dat de boekhoudgegevens zijn veranderd.
Banana werkt aan de ontwikkeling van programma's waarmee twee bestanden vergeleken kunnen worden en die een indicatie geven dat gegevens zijn veranderd.
Dataveiligheid
Digitale certificatie garandeert dat de gegevens nog steeds de originele zijn. Het voorkomt niet de verandering van gegevens.
Het is de verantwoordelijkheid van de boekhouder ervoor te zorgen dat de gegevens niet veranderd worden. Iedere administratie moet overeenkomstig zijn grootte en benodigdheden georganiseerd worden.
Zij die er zeker van willen zijn dat de gegevens niet veranderd worden door onbevoegde personen moeten andere methodes en gereedschappen toepassen zoals:
- Sla de gegevens op een veilig systeem, beschermd met een wachtwoord, op (beschermde netwerk drive).
- Bewaar kopiëen van de gegevens.
- Versleutel archieven.
Lange termijn archivering
Het boekhoudbestand bevat de ingevoerde gegevens. Om het bestand te openen en een rapport of een rekeningkaart weer te geven moet u het programma tot uw beschikking hebben.
Banana Boekhouding heeft de mogelijkheid om alle boekhoudgegevens te exporteren, ook de afdrukken naar bestand, in Pdf, Html en Xml formaat.
Dit bestand kan opgeslagen worden op een CD en geopend worden op elke computer, ook na vele jaren, zelfs door personen die niet de Banana Boekhouding software hebben.